vrijdag 1 mei 2015

De ondergang van de Jonge Jacobus

Het trieste verhaal van het vergaan van de Jonge Jacobus. Gezonken op een afstand van minder van 5 mijl van de Berlengas-eilanden. Aan boord ook twee Katijkers: 3e stuurman M. van Beelen 27 jaar ongehuwd en Cornelis Kuyt, 45 jaar en vader van een groot gezin.

Historische Kranten – Erfgoed Leiden en Omstreken, Leidsch Dagblad 30 januari 1937
pagina 13 (13/18

Historische Kranten – Erfgoed Leiden en Omstreken ,Leidsch Dagblad 30 januari 1937
pagina 13 (13/18)

Historische Kranten – Erfgoed Leiden en Omstreken, Leidsch Dagblad 30 januari 1937
pagina 13 (13/18)
"De Jonge Jacobus gezonken Een der redders verdronken
De Tijd, 29-01-1937  De Jonge Jacobus, het Nederlandsche stoomschip, dat voor de Portugeesche kust in nood verkeerde, is gezonken. De bemanning is gered door het Nederlandsche stoomschip Achilles van de Kon. Ned. Stoomboot Maatschappij. Bij de redding sloeg een lid der bemanning van de Achilles door een overkomende zee overboord. De man kon niet worden gered en is verdronken. "
Historische Kranten – Erfgoed Leiden en Omstreken: Leidsch Dagblad 30 januari 1937
pagina 13 (13/18)
"Schipbreukelingen aangespoeld. Schipbreukelingen aangespoeld.
Een aan de Msb. gezonden telegram van United Press meldt, dat in de nabijheid van Peniche bij de Berlenga-eilanden verscheidene schipbreukelingen zijn aangespoeld. Eenigen hunner zouden nog teekenen van leven vertoonen. Men neemt aan, dat het hier leden betreft van de bemanning der „Jonge Jacobus"."

De Tijd, 23-03-1937
Matroos over boord

Kort nadat zü daar bezig waren kwam een zware breker over, waardoor een der matrozen verwond werd, terwijl een der beide anderen, Cornelis Kuyt, uit Katwijk aan Zee, die zich vermoedelijk op de deklading bevonden had, verdwenen Week te zün. Ofschoon de kokende zee met een speciaal zoeklicht werd afgezocht, werd van den ongelukkige niets meer gezien. Overigens was het weer te slecht om nog verdere reddingspogingen te ondernemen. In dien tusschentrjd had de marconist van de „Achilles" nog eenige malen contact gehad met de „Jonge Jacobus". Te acht uur 's avonds werd van laatstgenoemd schip de mede door andere schepen opgevangen mededeeling geseind, dat de „Jonge Jacobus" als verloren moest worden beschouwd en dat de gedachten der opvarenden voortdurend bü hun familie waren geweest. Pogingen om alsnog te trachten, het schip te bereiken, mochten niet meer baten. Tot ruim 10 uur 's avonds bleef de „Achilles" met de „Jonge Jacobus" in draadlooze verbinding. De hoop was toen weer wat levendiger, omdat de geluidssterkte der seinen krachtiger was en men dus mocht aannemen, dat men zich dichter bü het met ondergang bedreigde schip bevond. Van de „Jonge Jacobus" werd echter niets gezien en ook de draadlooze liet zich na kwart over tien niet meer hooren.... De „Achilles" zelf mocht, gehavend maar behouden. Lissabon bereiken.